BRANCHE - Op vrijdag 6 juli 2018 werd het zesde Papiervezelconvenant tussen de Stichting Papier Recycling Nederland (PRN) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) getekend. Het papiervezelconvenant is een succesvolle vorm van zelfregulering en bespaart het bedrijfsleven op jaarbasis 26 miljoen euro. Het interview met Hielke van den Brink, directeur van PRN.
• Leestijd ca. 5 minuten
Wat is het doel van het papiervezelconvenant?
Van den Brink: ‘Allereerst is het van belang om het nut van recycling in het algemeen te benadrukken. Het klimaat verandert en de grondstoffen raken op. We moeten zuiniger omgaan met die grondstoffen en werken toe naar een circulaire economie. De inzameling is van groot belang. Zo heeft ruim 85 procent van het in Nederland gemaakte nieuwe papier en karton oud papier als grondstof. Door oudpapier te gebruiken zijn minder nieuwe grondstoffen nodig. Dat heeft ook nog eens een gunstig effect op de prijs van papier. Kijk naar de situatie in China op dit moment. Het land heeft de eisen voor de import van oudpapier opgeschroefd. Daardoor neemt de vraag naar papier met verse vezels toe. De prijsverhoging voor papier die daar uit volgt is ook voelbaar in Nederland. Gebruik van oudpapier tempert de vraag naar papier van verse vezels. Het doel van de afspraken in het papiervezelconvenant is om de inzameling en het hergebruik van oudpapier te stimuleren en continu—onder alle omstandigheden—op een zo hoog mogelijk niveau te houden.’
Download (PDF) het volledige papiervezelconvenant
Wat bedoel je met ‘onder alle omstandigheden’?
Papier inzamelen is doorgaans een lucratieve bezigheid. Oud papier is een waardevolle grondstof; de waarde wordt bepaald door vraag en aanbod. De inzameling is van groot belang. Als de prijs van oudpapier te laag is, kan de inzameling ervan in gevaar komen. De opbrengstprijs is dan niet hoog genoeg om de kosten van inzameling te dekken. Naast het milieu zouden vele bedrijfstakken en gemeenten hier schade van ondervinden, zoals de grafische sector. In 1998 werd daarom PRN opgericht: een collectieve uitvoeringsorganisatie van het privaat-publieke inzamel- en herverwerkingssysteem van papier en karton.’
Het papierrecycling percentage in Nederland bedroeg in 2016 87% voor verpakkingen en niet-verpakkingen samen. Met dit recyclingpercentage is Nederland een koploper in Europa.
Op welk deel van de afvalstroom van papier en karton heeft het papiervezelconvenant betrekking?
Van den Brink: ‘Op een deel van die afvalstroom. Het convenant is allereerst beperkt tot het huishoudelijke papieren afval. Ten tweede gaat het alleen om niet-verpakkingen. Onder de niet-verpakkingen vallen grafische producten zoals tijdschriften, kranten, folders en gebruiksaanwijzingen. Maar denk ook aan hygiënepapier (tissues en keukenrolpapier) en bordspellen, bakpapier, kassabonnen, bierviltjes et cetera.
Wat wordt beter gerecycled, verpakkingen of niet verpakkingen?
Van den Brink: ‘Ze liggen heel dicht bij elkaar. Bij de niet-verpakkingen was in 2016 het recyclingpercentage iets hoger, maar dat kan in 2017 zomaar weer anders liggen. Vast staat dat Nederland heel goed papier recyclet’.
Hoe ziet de papieren huishoudelijke afvalstroom eruit?
Van den Brink: ‘De stroom—ingezameld en gerecycled—papier en karton uit huishoudens bestaat voor ongeveer driekwart uit niet-verpakkingen en voor ongeveer een kwart uit verpakkingen van papier en karton.'
Het papiervezelconvenant is een afspraak tussen PRN en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Op welke wijze dragen de gemeenten bij aan het verwezenlijken van de doelstelling?
Van den Brink: ‘De inzameling bij huishoudens is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Zij bepalen of, en hoe, verenigingen, (sport)clubs, scholen en kerken—al dan niet in samenwerking met professionele oud papierondernemingen—het oud papier inzamelen. Gemeenten zorgen ervoor dat wij ons oudpapier en -karton eenvoudig kunnen inleveren. PRN monitort maandelijks de ingezamelde tonnen oudpapier bij de aangesloten gemeenten en oudpapier-ondernemingen. PRN rapporteert de resultaten van de monitor jaarlijks aan het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat. De taken van PRN liggen vast in het Papiervezelconvenant.’
Wat is het verschil tussen het oude en het nieuwe convenant?
Van den Brink: ‘Partijen hebben in eerste instantie continuïteit van het succesvolle systeem nagestreefd. Maar er zijn ook nieuwe afspraken gemaakt, die de kwaliteit van de oudpapierstroom moeten verbeteren. De gemeenten worden niet langer afgerekend op de product-eigen vervuiling (nietjes, plakband en laminaat op covers). Op het vlak van de product-vreemde vervuiling (kunststof, puin etc.) krijgen de gemeenten juist meer verantwoordelijkheden’.
Hoe zit dat met die besparing van 26 miljoen euro op jaarbasis?
Van den Brink: ‘Die 26 miljoen euro is het verschil tussen een gezamenlijk gedragen verantwoordelijkheid—uitgewerkt in het papiervezelconvenant—en een systeem waarbij sprake is van een permanente afvalbeheerbijdrage zoals die geldt voor papieren en kartonnen verpakkingen. Zou zo’n afvalbeheerbijdrage ook voor grafische producten gelden, dan zouden de jaarlijkse kosten voor de branche ruim 26 miljoen euro bedragen.’
Geldt die besparing ook voor kleinere grafische bedrijven en uitgeverijen?
Van den Brink: ‘Jazeker. Bij een permanente afvalbeheerbijdrage zouden ook kleinere uitgeverijen daaraan—naar rato—moeten bijdragen. Ook zij hebben dus baat bij het Papiervezelconvenant.’
Hoe zorgt PRN ervoor dat de prijs van oud papier op peil blijft?
Van den Brink: ‘Het PRN-systeem werkt als een vangnet voor de papierkringloop. Het bevat daartoe twee belangrijke instrumenten: een afnamegarantie en een afzetgarantieprijs. De Nederlandse papier- en kartonindustrie heeft in een overeenkomst met PRN vastgelegd dat zij in tijden van permanente lage internationale marktprijzen voor oud papier, het ingezamelde oud papier uit huishoudens en bedrijven zal afnemen. Het gevolg van deze afnamegarantie is dat oud papierondernemingen—verenigd in de Federatie Nederlandse Oudpapier Industrie (FNOI)—en gemeenten hun werkzaamheden onder alle omstandigheden kunnen voortzetten. De papierkringloop is met de afnamegarantie aan de basis geborgd.
Voorts is een afzetgarantieprijs afgesproken voor oud papier. De afzetgarantieprijs zorgt ervoor dat oud papierondernemingen en gemeenten blijven inzamelen en verwerken, ook als de marktprijs van oud papier (te) laag is en deze de kosten van inzameling en verwerking niet meer dekt. In dat geval is sprake van een deficit. Het verschil tussen de marktprijs en de gegarandeerde prijs wordt in geval van een deficit betaald uit een fonds dat wordt gevuld door de PRN-partners die papieren en kartonnen producten—niet zijnde verpakkingen—op de markt brengen, zoals uitgeverijen en drukkerijen. Zij betalen op basis van het papier/kartongewicht van hun producten een bijdrage aan het fonds. De laatste keer dat het fonds van PRN voor een deficit geopend werd, was in 2009. Uit het fonds wordt naast het deficit ook het bureau van PRN (3 fte) bekostigd. Voor die systeemkosten wordt een heffing gedaan bij de ketenpartijen die papieren en kartonnen producten – niet zijnde verpakkingen – op de markt brengen.
Op naar een circulaire economie?
Van den Brink: ‘Papier en karton hebben daarvoor goede papieren. Het PRN-systeem biedt een solide vorm van samenwerking die efficiënt, tegen relatief lage kosten en met beperkte administratieve lasten werkt. Maar er zijn zeker verbeterpunten te noemen. Nederland staat weliswaar in de wereldtop op het gebied van papierrecycling, Design for Recycling en een kwalitatief hoogwaardiger oudpapierstroom vragen om aandacht. Daar zet PRN zich ook in de komende periode voor in.’
Kopfoto: Edward Stigter, Directeur Beleid Leefomgeving VNG, en Ed Nijpels, Voorzitter PRN.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.