COLUMN - Afgelopen week werd ik 67. Tal van mensen feliciteerden me met deze nieuwe 'levensfase'. Voel ik dat zelf ook zo? Nee, niet echt. Een groot verschil is wel, dat ik na 31 jaar zelfstandig ondernemerschap nu elke maand 'automatisch' AOW en pensioen overgemaakt krijg. Maar verder blijf ik toch wel aan het werk, zolang ik 'het' leuk vind. 'Mijn 44 jaar' in vogelvlucht (*).
• Waarschuwing, longread: ca. 11 minuten 😉
44 jaar, waarvan 13 jaar als werknemer en 31 jaar als ondernemer(tje). Mijn eerste gedacht bij die getallen was: 44 jaar, is dat nu echt uniek voorzover je binnen één branche werkzaam bent geweest? Misschien wel, de arbeidsmarkt is wat dat betreft zeer vloeibaar geworden, mensen komen en gaan, maar dat zal voor de ooit als 'grafische industrie' benoemde branche - nu printmedia branche' - niet zo heel erg veel anders zijn binnen andere sectoren van industrie en dienstverlening.
"Na mijn HTS opleiding electronica/informatica kwam ik toevallig terecht in de grafische industrie en ben daar dus 'blijven hangen'. Ik wist werkelijk niets van die wereld."
Eerste stappen in digitaal bij Nefli in Haarlem
Mijn loopbaan begon in 1980 bij Nefli in Haarlem in een overwegend analoog grafisch tijdperk. De toenmalige high-end scanners hadden weliswaar 'wat digitale dingen' aan boord qua besturing. De 'kleurcorrectie computer' was volop analoog en zorgde voor 'on the fly' correcties. Daarmee produceerde een zogenaamde scan operator op basis van vakmanschap vierkleuren films. Die werden vervolgens op de afdeling 'micro montage' handmatig gemonteerd tot complete pagina's, samen met de vanaf typografische bedrijven aangeleverde tekstfilms. Een tijdrovend proces, waar prepress bedrijven flink wat geld mee verdienden in die tijd.
Met de komst van digitale micro montage systemen (HELL, Scitex, Crosfield en later ook Dainippon Screen) veranderde dat landschap maar langzaam. De vele tonnen kostende werkplekken vervingen het handwerk nauwelijks. Uitgezonderd de directeur/eigenaar van Nefli - Paul Laan - was de rest van het management al helemaal niet enthousiast. Adjunct directeur Hans Vogelenzang en bedrijfsleider George Hover vermeden de 'digitale' afdeling en beklaagden zich regelmatig over de (te) hoge kosten en het lage rendement. Ed Hoogkamer was één van de eerste operators die 'speelde' met het dedicated toetsenbord als een concertpianist.
In het begin van mijn loopbaan was ik ruim een jaar in Erlangen, Karlsruhe en Kiel om de technologie achter digitale beeldverwerking te doorgronden om vervolgens daarna een mengvorm van operator begeleiding en technisch onderhoud te kunnen uitvoeren. Veelal in samenwerking met Siemens, die in ons land de vertegenwoordiger was van het op Siemens computers gebaseerde HELL Chromacom systeem, welke in 1979 voor het eerst werd gelanceerd op de GEC in Milaan.
Nefli in Haarlem werd uiteindelijk Creative Media Network, directeur Jurrijn Laan (zoon van Paul) gaf in 2022 het CEO stokje over aan Doeke de Steur. Laan is nog wel aandeelhouder.
Na 5 jaar Nefli het 'trucje' herhalen bij Neroc
Ik begon me ook te bewegen in wat netwerken, ik was met nog een paar mensen uitverkoren om kennis en kunde te mogen hebben omtrent de eerste stappen in 'digitaal' binnen de toen nog alttijd overwegend ambachtelijke grafische branche. In ontmoette Hylke van der Meer - toen personeelsman bij Neroc - en hij nodigde me uit om een keer te komen praten. Ik ervaarde de openheid van dat bedrijf als een verademing, Nefli was achteraf bezien een wat gesloten bedrijf, Neroc trad veel meer naar de buitenwereld, hetgeen ook voor mij de ogen opende. Binnen het grootste prepress bedrijf van het land met zo een 600 medewerkers verdeeld over het hele land met zo een 16 vestigingen, ontdekte ik een veelvoud aan disciplines binnen de branche, inclusief de wereld van typografie, die destijds werd gedomineerd door Linototype, Berhold en Scangraphic.
De Amsterdamse vestiging Koningsveld Schnabel had ook een HELL Chromacom systeem. Jan de Groot had daar de 'digitale leiding'. In Rotterdam zou een Scitex `Response 350 systeem komen, waar mijn loopbaan zijn vervolg kreeg. Neroc koos voor een 'meer merken' strategie, in Den Bosch werd een Crosfield systeem geplaatst.
Toen ik bij Neroc kwam werken was directeur Jan Hein Koningsveld in gesprek met ingenieursbureau I3P. Koningsveld was ambitieus en wilde onderzoeken of Neroc zelf een high-end pagina opmaak systeem zou kunnen gaan ontwikkelen. Mijn eerste inbreng binnen Neroc was om daar vanaf te zien (zoiets zou te complex zijn en vooral veel geld kosten. Ik adviseerde om de focus te verleggen naar het ontwikkelen van een digitaal voorbereidingssysteem, waarbij fysieke werktekeningen konden worden geconverteerd naar lijnwerk bestanden (inclusief zogenaamde 'maskervlakken' ter voorbereiding van het plaatden van beelden). HELL had dat ook al ingezien en ontwikkelde een 'low-cost' voorbereidingsstation. Een succes werd dat niet, want de kosten waren nog steeds relatief hoog.
De aangemaakte bestanden zouden ingelezen kunnen worden in de bestaande systemen. Daarmee kon een flinke tijdsbesparing worden gerealiseerd voor de nog altijd relatief dure en ook trage opmaakstations van de drie grote merken.
Samen met stafmedewerker Kader Mokhefi ontwikkelden we 'in-house' de zogenaamde 'Line Programmer', die 'batches' aan opdrachten via een eenvoudige terminal sessie kon inlezen in het Scitex Response systeem. Later zou ook de 'Page Programmer' verschijnen, waarin low-res beelden al op positie geplaatst zouden kunnen worden, een tweede stap in het optimaliseren van het opmaakproces. Toenmalig Hoofd Technische Dienst Ben Verheijden zag zoiets niet zitten en trok de stekker eruit.
Koningsveld stroomlijnde de namen van de oorspronkelijke bedrijfsnamen naar Neroc gevolgd door de plaatsnaam voor het verkrijgen van een meer uniforme uitstraling met een nieuw logo.
De DTP periode en de integratie van tekst en beeld in 'systeempjes' van duizenden guldens
Halverwege de jaren tachtig deed DTP (Desk Top Publishing) zijn intrede. Apple verscheen met de Macintosh, die de verwerking van tekst en beeld integreerde in desktop computers. Natuurlijk waren ze vanwege de toenmalige videokaarten nog traag en de beeldschermen toonden de kleuren niet zoals de pagina's in full-color uiteindelijk vanaf de drukpersen rolden. Maar het einde van de high-end systemen werd met de komst van DTP definitief ingeluid.
Eind 1989 richtte ik samen met Ben Verheijden IMPACON (IMage Processing and Archiving CONsultants) op. We werden VAR (Value Addes Reseller) van Apple en destijds periferie leverancier Grafitech.
In die spannende tijd van tekst- en beeldintegratie leerde ik ook Henk Gianotten kennen, die destijds werkte bij Tetterode in Amsterdam. Vooral zijn typografische kennis was in het begin van die periode van onschatbare waarde in dit speelveld
We volgden die spannende wereld destijds via de ooit zo bekende Seybold Seminars in San Francisco. Steve Jobs (Apple), John Warnock (Adobe) en ook Bill Gates (Microsoft) vormden 'het toneel' van de spannende DTP ontwikkelingen, die allemaal draaien rondom de PostScript standaard voor pagina beschrijvingen en de daaraan gekoppelde lettertypen, die overigens zorgden voor veel gedoe en verwarring, zowel technisch als auteursrechtelijk.
IMPACON moest zijn eigen geld verdienen en werd binnen de overige Neroc vestigingen niet echt serieus genomen en dwongen intern de hoogste kortingen, dus de inkoopprijs. Wel werd volledige ondersteuning verwacht.
Gedoe binnen Neroc resulteerde in een onvoldoende lange termijn strategie, waardoor het verwachte succes te gering was, ondanks ook wat verkoopsuccesjes van de verkoop van Linotronic high-end belichters aan klanten van Neroc. Juist dat laatste aspect wierp de nodige vragen op, er waren vestigingen die daardoor geld verloren omdat opdrachtgevers zelf hun films gingen belichten. De DTP investeringen werden namelijk ook voor opdrachtgevers aantrekkelijk.
Neroc zou onder leiding van Jan Hein Koningsveld verkocht worden aan de Roto Smeets de Boer Groep, die deal mislukte. Koningsveld vertrok naar de toenmalige perscombinatie. Harry Klabbers nam de rol van algemeen directeur op zich en deed een poging Neroc te verkopen aan de Brouwer Groep. Dat lukte, maar het huwelijk duurde niet lang. Relatief kort daarna ging de Brouwer Groep failliet. Een paar vestigingen gingen zelfstandig verder, inmiddels bestaat de naam Neroc niet meer.
Jan Hein Koningsveld overleed 15 jaar geleden.
Ik vertrok eind december 1992. Ben Verheijden ging na zijn vertrek bij Impacon verder als vestigingsdirecteur bij het door Neroc overgenomen Boxem aan het Frederiksplein en later als directeur van Neroc Digital Printing in Amsterdam-Zuidoost.
In 1993 als zelfstandig consultant verder
In totaal werkte ik 13 jaar binnen Nefli (5 jaar) en Neroc (8 jaar) voordat ik begin 1993 met LUIT Consultancy (later handelend onder LUIT.nl) begon de letters LUIT vertaalde ik met (Logic Use of Information Technology). Met mijn kennis kwam ik vrij snel 'aan de bak' binnen geheel grafisch Nederland. Na een jaar begin ik met de ontwikkeling van een Workflow Management Systeem (WMS) op basis van FileMaker Pro voor het maken van offertes, orders, orderbonnen en facturen. Destijds waren er in dat segment alleen nog kostbare 'high-end' oplossingen, vaak te kostbaar voor prepress bedrijven en te vaak puur gericht op drukwerk, niet op specifieke kostenposten binnen prepress.
Binnen mijn consultancy tijd bleef ik Seybold Seminars bezoeken, was diverse keren spreker en moderator op het congres in San Francisco, leverde bijdragen aan The Seybold Report en werd 'member of the content board' om congressen inhoudelijk vorm te geven. Toen crossmedia eenmaal zijn intrede deed, en Jonathan Seybold als boegbeeld de organisatie verliet, verloor Seybold zijn glans en verdween als gezaghebbende titel voor de branche.
In die tijd ontmoette ik onder andere Roelof Janssen, Menno Mooy, Theo van de Broek, Miriam ten Have, Peter van Teeseling en Richard van Hoorn. Destijds allemaal adviseurs op het gebied van uiteenlopende vakgebieden in de toen snel veranderende grafische industrie.
Advies, trainingen en lezingen/seminars vormden de driehoek van mijn dagelijks bestaan, met vele kilometers per jaar om binnen uiteenlopende bedrijven mijn dienstverlening uit te oefenen. WMS vormde een groter wordend aandeel van mijn omzet en ik had veel plezier in het 'op maat bouwen' van oplossingen voor der opdrachtgevers, soms kleine aanpassingen op de basis, maar soms ook forse aanpassingen, vooral op het gebied van orderbonnen en status overzichten. Eind 1999 verkocht ik WMS aan Knijnenberg Systemen in Krommenie, doordat ik vanaf begin 2000 iets totaal anders ging doen.
Vanaf begin 1994 ging ik schrijven voor het toen net opgerichte Grafisch Weekblad. Tot en met het einde van die titel (eind 2012) vormde ik samen met een leuk team de redactie van het blad. Nog altijd heb ik alle jaargangen in in bezit.
In het jaar 2000 naar Projectiecolor in Hoofddorp
Eén van de 'WMS opdrachtgevers' was Projectiecolor in Hoofddorp, waar Gert Scheffer en Jaap Gatsma mij uiteindelijk vroegen om samen met Norman Scheffer en Johan van Drunen het tweemanschap als gemeenschappelijk directie op te volgen. We maakten een businessplan, namen het bedrijf over en startten een avontuur wat in de eerste twee jaar ongekend succesvol was. We richtten Datacolor op voor database publishing doeleinden en Printcolor als apart bedrijfsonderdeel voor de promotie van digitaal printen met de aangeschafte Xeikon DCP500D.
In het derde jaar ging het mis. Door ongekende economische tegenwind kelderde de omzet. Ik had de taak het personeelsbestand te laten krimpen van ca. 50 naar 35 werknemers. Geen leuke taak, temeer we nogal wat verwijten van de betroffen medewerkers te verwerken kregen. Ik besloot uiteindelijk mijn taken als DGA neer te leggen, als blijk van realisme de directie mee te laten krimpen met de personele omvang.
Eind 2003 ging Projectiecolor failliet en maakte een succesvolle doorstart onder de naam Projectcolor. Het bedrijf in Hoofddorp is nu vooral succesvol op het snijvalk tussen sign en digital print met een totaal andere klantenkring in vergelijking tot de oorspronkelijke opzet: groot formaat film voor met name groot formaat toepassingen in de retail. Zeefdrukkerijen vormden destijds de belangrijkste klantenkring
Netwerk behouden, door als LUIT Consultancy
Daags na het nieuwjaar van 2003 zat ik in mijn thuiskantoor en startte wederom mijn consultancy taken op. Ik had mijn zorgvuldig opgebouwde netwerk goed onderhouden, dus het was relatief eenvoudig - samen met mijn nieuwe ervaringen - bedrijven nog beter te kunnen adviseren. Ik ontdekte dat de focus zich herpositioneerde van technologie naar strategie en meer generieke innovaties binnen bedrijfsprocessen.
Toch ging het niet goed in de branche en dat merkte ik ook. Opdrachten werden schaarser. Gekscherend dacht ik dat er wat loos was met mijn telefoon, ik werd niet meer gebeld. Dat was ik jarenlang gewend geweest, zelf acquisitie doen was ik niet gewend en dus volgde een zoektocht naar mijn eigen bestaan als ondernemer. Ik werd daarbij op voortreffelijke wijze begeleid door Angéla Tromer, die mij attendeerde op het spreiden van de inkomsten, eenvoudig gezegd: "Zoek naar methoden om meer kleinere diensten/producten te verkopen in plaats van een paar grote per maand, dan spreid je je risico's."
Ronald Borghardt inspireerde me op het gebied van WordPress, ik maakte mijn eerste website en zag er met mijn technische achtergrond wel brood in om dit soort diensten aan te gaan bieden, ook buiten de grafische branche.
Dat ging deels al lukken met het bouwen van websites. Naast het ontwikkelen, kwamen hosting en onderhoud aan websites in de portfolio terecht en maakten dus grotendeels plaats voor consultancy, trainingen en seminars/lezingen.
In het voorjaar van 2013 werd ik benaderd door Erik van Erp, nadat het Grafisch weekblad eind 2012 stopte met haar bestaan in een tijdvak waarin ook de vakbladen Pers, Compress en PrintBuyer verdwenen. Alleen Graficus bleef over als weekblad. In 2018 ging die weektitel op in Printmatters en verscheen in een maandfrequentie.
Van Erp vroeg of ik samen met hem een titel wilde opzetten, omdat de markt wel ruimte genoeg zou hebben voor twee titels. Ik ging meedoen en we besloten een betaalmodel te ontwikkelen en dagelijks achtergronden bij het nieuws uit de grafische branche met diepgang en analyses te brengen om op die manier duidelijk onderscheidend te zijn ten opzichte van Graficus. We zagen echter geen mogelijkheden dat ik print te doen. Printmedianieuws werd de titel en we gingen in juni 2013 van start. Eind dit jaar bestaat de titels dus 12,5 jaar. Halverwege september 2017 stopte Erik met zijn activiteiten voor de titel. Ondertussen bestaat naast printmedianieuws de portfolio uit blokboek.com (overgenomen van Marco den Engelsman), banenportal printmediabanen.nl (in samenwerking met indruk.nu/GOC), trainingenportal printmediatrainingen.nl (in samenwerking met VIGC uit Turnhout). Een mooi team maakt anno 2025 nog steeds deel uit van de redactie.
In de afgelopen jaren werd in binnen nieuw ontstane netwerken vooral gezien als journalist, een omschrijving die ik zelf als 'wat mager' ervaarde, ik voelde en voel me vooral meer analist en onderzoeker. Maar ergeren doe ik me niet (meer) als iemand mij voorstelt als journalist van Printmedianieuws 😉
'One more thing'
Ik gaf al aan na het bereiken van mijn pensioengerechtigde leeftijd niet te stoppen met werken. Ik wil mijn werkzame leven wel iets anders inrichten. Dat ben ik momenteel aan het uitwerken. Uitdagingen? Jazeker, met mijn nog altijd volop levende technische achtergrond, volg ik zoveel mogelijk over de stormachtige ontwikkelingen rondom AI. Die ontwikkelingen laten nu al hun invloeden zien binnen de (print)media branche. Printmedianieuws mag dan ook zeker het enige vakmedium binnen de branche worden genoemd die ook op dit gebied vooraan staat om abonnees en overige geïnteresseerden hierover te informeren. Heerlijk om voor de zoveelste keer aan de vooravond te staan van weer een (r)evolutie die de branche blijvend zal veranderen.
Dus voor mij zeker geen pensioen zoals ChatGPT aan mij voorstelde in de kopfoto, alhoewel de wens wel bestaat om er 'iets meer op uit te gaan' voor het zien van mooie vergezichten, zoals op het AI gegenereerde beeld 😉
(*) De in dit artikel genoemde mensen vormen slechts een fractie van het rijkelijk opgebouwde netwerk in de afgelopen 44 jaar. Mocht ik je niet vermeld hebben, laat dan even een berichtje achter in de reacties en vul het artikel daar waar mogelijk aan. Ik zal het met plezier lezen.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.